Verschil tussen moderne en hedendaagse literatuur

Schrijver: Sharon Miller
Datum Van Creatie: 22 Januari 2021
Updatedatum: 17 Kunnen 2024
Anonim
MA in Modern and Contemporary Literature and Culture
Video: MA in Modern and Contemporary Literature and Culture

Inhoud

De modernistische stroming in de literatuur, die van de 19e tot het midden van de 20e eeuw liep, werd gekenmerkt door innovaties zoals narratief in de stroom van bewustzijn, uitbreiding en inkrimping van de narratieve tijd en gefragmenteerde narratieve bogen. De hedendaagse literatuur (vaak postmodern genoemd) ging verder door elementen van de parodie op genres en pastiche, nieuwe media, absurdisme en ironie op te nemen, en ontwikkelde een zelfreferentiële stijl die de aandacht vestigde op haar eigen kunstgrepen.

Geslachtsparodieën

Van bepaalde werken uit de modernistische literatuur was al bekend dat ze klassieke genres, zoals het heroïsche epos, ondermijnden door elementen van het genre te parodiëren in de vorm van pastiche. Maar postmoderne werken gebruikten deze techniek nog bewuster en bewuster. Enkele voorbeelden zijn "The Rainbow of Gravity", door Thomas Pynchon, die zich thema's uit stripboeken en volkskunst toe-eigent, en "The Naked Lunch", door William S. Burrough, waarin elementen van detective-fictie zijn verwerkt.


Nieuwe media

Postmodernisme verschilt van modernisme doordat het de mediaomgeving onderzoekt die zich in de naoorlogse periode verspreidde. Enkele voorbeelden zijn de zelfreferentiële journalistieke stijl van Hunter S. Thompson in werken als "Fear and Delusion in Las Vegas" en de manier waarop Don DeLillo radio- en televisienieuws verwerkt in zijn soap "White noise".

Absurdisme

Het absurde thema werd ontwikkeld in modernistische stromingen als het surrealisme en het dadaïsme en speelde een nog belangrijkere rol in de postmoderne literatuur. Een van de bekendste werken van het postmoderne absurdisme is "Waiting for Godot" van Samuel Beckett, waarin twee personages absurd wachten op een gebeurtenis die nooit plaatsvindt.

Ironie

Misschien wel het meest bekende kenmerk van postmoderne werken is het gebruik van ironie, zelfverwijzingen en opzettelijke kunstgrepen. In het modernisme werd ironie vaak gebruikt in verwijzing naar een specifiek genre of als een verhalende bron, maar in het postmodernisme wordt ironie gebruikt om het idee van literatuur, kunst en cultuur als geheel in twijfel te trekken. Enkele voorbeelden zijn onder meer “Fogo Pálido” van Vladimir Nabokov, die een gedicht in het boek gebruikt om de academische literatuurstudie te hekelen en het korte verhaal “Dialoog over een dialoog” van Jorge Luis Borges.